Ik weet het wel hoor.
Dat je je elke dag de tandjes werkt om bij te blijven en in te halen. Dat je het niet eerlijk vindt. Om als absolute beginner te moeten starten op het niveau van iemand met ervaring. Dat je je daardoor dom en hulpeloos voelt. Elke dag. En dat dat iets met je zelfvertrouwen doet.
Ik weet dat je die twee uur reizen heen en die twee uur reizen terug echt heel zwaar vindt. Half acht weg. Acht uur thuis. De trein altijd overvol. En vaak te laat. Die trein. Dus moet jij rennen met die zware tas.
Ik weet ook dat er zoveel impulsen zijn. Zoveel nieuw. Zoveel anders. Dat de ‘kinderen’ in je klas gemiddeld zeven jaar ouder zijn. Die mogen al drinken, autorijden, werken zelfs al. Erg anders.
Ik zie het wel hoor.
Dat je steeds vaker aan het opruimen bent. Orde creëren. Stukje controle terugkrijgen. Je kamer. De keuken. Desnoods het laatje met mijn nagellakjes. Ik zie dat je moe bent. Tot op het bot. Dat je het huiselijke ritme van ’s middags met de honden spelen en een beetje aan teuteren mist. Omdat je ’s avonds pas om kwart voor acht weer op het station staat.
Ik weet het wel hoor.
Dat je het vervelend vindt dat ik je elke ochtend breng. Elke avond haal. Omdat het anders te veel voor je wordt. Eigenlijk zou je volledig onafhankelijk willen zijn. En je voelt je schuldig. Daarom zet je koffie voor me. En stuurt me elke dag een bedankje. Per app.
Ik hoor het wel hoor.
Dat je een toon aanslaat die niet bij je past. Uit de bocht vliegt. Geërgerd bent. Zo moe. Zo moedeloos. Zo wanhopig. Ik hoor je mopperen op de bijles. Ook al doet het je goed. Pak je een stijgende lijn. En toch. Blij wordt je er niet van.
Ik voel het wel hoor.
Dat het zo niet gaat. Dat je onderuit gaat. Dat je daar niet aan toe wilt geven. Omdat je dan andere beslissingen moet gaan nemen. En dat je dat eng vindt. Dat je daar bang voor bent. En mij daarom verwijt dat ik niet weet hoe het is.
Hoe jij het beleeft.
Hoe jij je voelt.
Maar jij moet het doen.
Jij mág het doen.
De beste uiting van liefde. Ruimte creëren waarbinnen iets mag veranderen.
En tot die tijd. Mag jij schoppen. Mopperen. Huilen en praten. Tot midden in de nacht. Ben ik je liefste "Rotmoeder". Ik kan er tegen. Ik zal er zijn.
Ik weet het wél.
Hoor.
Hallo Leven.
Don’t be afraid.
To face your fear.
I’m here.
Comments