top of page

Dwars tegen de wind in,

Het zijn er zowat een miljoen. Een miljoen!! Mensen die thuis aan een boek of ander schrijfwerk zitten te werken. Dat wist ik niet, ik heb het opgezocht. Zonder die informatie ging het theekransje in mijn hoofd ook al van “Wie denk je wel dat je bent?” “Wie zit er nou op jou te wachten?” “Wat onderscheidt jou van de rest?” en “Je denkt toch zeker niet dat je talent hebt?”


Altijd gezellig als Tante Je-kan-het-niet aanschuift bij Oma Ik-durf-het-niet voor een bakkie Negativiteit. Ze prikken dan samen een gebakje Ongeloof weg en vegen kruimeltjes Ja-Maar, Misschien, Als-ik-nou, Het-zou-toch en Wie-weet van tafel.

Rond hun voeten blaft keffertje Realiteit er hardnekkig tussendoor dat geschreven teksten sowieso passé zijn. Met de attentiespanne van een opgejaagd konijn gaat de gemiddelde mens geen teksten van langer dan dertig seconden meer lezen. Woef!


Daar zit ik dan bij hen aan tafel. Stil en met zweethanden op het “Net Niet Dapper Genoeg” stoeltje. “Ik schrijf voor mezelf” zei ik eerst. “Als er tien mensen meelezen is dat al heel wat.” Zei ik vervolgens. Tante en Oma werden ouder, net als ik. Uiteindelijk werden ze stiller en stiller en zijn ze ergens anders een gezelliger tafeltje gaan zoeken. Eentje waar nog wél geluisterd werd naar wijsheid. “Hoge bomen vangen veel wind” piepte Oma nog net voor haar vertrek.


En die bleef hangen. Wie hoog in de boom klimt kan ook diep vallen. Daar hoef je niet voor op de Veluwe te wonen. Eén boom en één gevalletje rotte peerke spelen is al genoeg om al mijn ambities een dwarslaesie te bezorgen. Lig ik volkomen geknakt en zielig met mijn snufferd in het gras. Dat mijn eigenwaarde dan mee duikt de diepte in zet ook geen graszoden aan de dijk.


Gelukkig luister ik niet altijd naar ongevraagd advies. Zelfs niet dat van mezelf. Het ‘als je gewoon doet doe je al gek genoeg’ maar even genegeerd en tóch de boom in. Op mijn leeftijd nog een hele onderneming. Daar moest een ladder aan te pas komen. Totaal onelegant en wiebelig van ladder op dikke tak gestapt. Hij houdt me wel. Hij houdt me niet. Hij houdt me wel!


Ladder weggehaald en foto’s gemaakt. Er heeft nog maar net een krant interesse getoond of ik ben al “fake news” aan het maken. Nu lijkt het net alsof ik helemaal alleen die hoogte heb bereikt. Koud daar trouwens. Stijve handen en een bevroren glimlach. Hoe doen fotomodellen dat?


Het waait ook harder daarboven. Dáár had Oma Ik-durf-het-niet gelijk in. Maar ik sta eigenlijk wel stevig. Die boom is sterk genoeg. Ik heb een ladder gekregen en hulp bij het onhandig klimmen. Aanwijzingen over waar ik mijn voet het beste kan zetten. Aanmoedigingen hebben mij op de eerste tak gekregen. Tussen twee hagelbuien door hebben wij zon om de foto te nemen. Mijn glimlach ontdooit.


Weet je wat ík vind? Dat ik hartstikke gezegend ben. Daar in die wind. Dus heb ik er een stoeltje ‘Dapper genoeg’ bij aangeschoven. Tegenwoordig noem ik mijzelf “Schrijver”. Dwars tegen de wind in.

Comments


bottom of page