
Mijn hart racet. Mijn gedachtes springen haasje over. Ik rij op de automatische piloot naar onze afspraak. Ben tegelijk al daar én weer terug op het terras met mijn vriendinnen. 20 was ik pas.
“Wat zou je voor man willen als je later groot bent?” Roept er eentje. “Groot, donker, gestudeerd.” De gangbare antwoorden. Mij maakt het niet zoveel uit. Sorry pap.
Zolang het maar geen weduwnaar is. Nóóit een weduwnaar. Ik wil geen B-keus zijn. Ik wil mijn éigen grote liefde en ook zélf de grote liefde van iemand anders zijn. Ik wil niet in de schaduw van een andere vrouw. Daar heb ik het zelfvertrouwen niet voor. Te weinig eigenwaarde.
“En dat ga ik hem zeggen ook.” Beslis ik nu dertig jaar later achter mijn stuur. "Allemaal leuk, dat mailen en appen. Kan wel zo zijn dat ik van alles voel. En jij ook. Maar jij bent de man van iemand anders. Ook al is ze dood. Ik heb jou met haar gezien. Daar ga ik niet aan beginnen. Dat zie ik niet voor me.
Ik ben heus geen twintig meer. Heb genoeg zelfvertrouwen gekregen. Juist daarom. Om die eigenwaarde. Gun ik mezelf een éigen grote liefde. Je kunt beter iemand anders nemen."
Dat heb ik allemaal gezegd. Toen hij zei dat we af moesten spreken. Elkaar in de ogen kijken. Omdat we een verbinding voelen die niets te maken heeft met het verleden.
Hij zegt:
“Ik gun mij jou en ik gun jou mij.”
“Jij bent het voor mij.”
Tja…
Schoppend en schamend.
Tegen beter weten in.
Soms.
Maar wel gedaan.
Dat samen.
Comments