top of page

Is er winst naast verlies?


Mijn weduwnaar is een weekend weg, mijn kinderen zijn de hort op. Ik worstel al een tijdje en vanavond pak ik mezelf aan. Mezelf óp. Of eronder. Dat weet ik nog niet.


Zweetoksels, klamme handen en een onrustig hart. 

Toch de haard aangedaan. Ik kan alle warmte goed gebruiken.


4 jaar geleden én als de dag van gisteren. Soms van vandaag. Zoals vandaag. Ik zie mezelf nog zitten. Eenzaam en alleen. Verdwaald in een hartverwarrende kwestie.


Ik heb lang gezocht naar herkenning, advies, een boek. Iemand die me gerust kon stellen. Iemand met verstand van zaken én van gevoel. Míjn gevoel.


Want is het wel normaal dat ik me soms zo onzeker en tweede keus voel? Is het gek dat ik een man voor mezelf wil? Is het kinderachtig dat zijn trouwring mij er steeds op wijst dat hij eigenlijk van iemand anders is? Van die andere, overleden, vrouw. 


Ben ik te kleinzielig als ik hem vraag die ring af te doen? In elk geval voordat we naar bed gaan en, nou ja, ook als we ehhh….dát dus. Is “op eieren lopen” ook anderen overkomen? En zijn die dan, net als ik, ook wel eens in één keer door het hele dozijn heen gezakt? 


Gaan zij ook met een grote stofzuigerboog om de urn heen? Paniekdromen dat je ’m omstoot. Nét als je de stofzuiger in de hoogste stand hebt staan? Hoe leg je dat uit?


Is hier überhaupt iets herkenbaars aan? Of ligt het aan mij? Ben ik niet goed en niet goed genoeg, om een weduwnaar alsnog en nog meer mijn liefde te geven?


Ik heb één boek gevonden. Over weduwe-naar en verliefd worden, dat óók nog de nieuwe liefde aanstipt. Ik ben er bang voor. Bang voor haar en dat het teveel met me doet. Bang dat me verteld wordt dat ik voor altijd een beetje onzichtbaar zal moeten blijven. Bang dat mijn angst waarheid wordt. 


Ik egel mezelf in mijn loungebank en laat mijn stekels zachtjes zakken. In één adem lees ik het uit. Bladzijde voor bladzijde laat ik het vuur en mijn angst doven. Nee. Ik vind niet álles wat ik zocht. Daarom schrijf ik nu mijn eigen boek. Wél vond ik, dankzij haar, de moed voor verder onderzoek.


Het is laat en donker geworden. Bij de laatste bladzijde gaat mijn telefoon. Mijn Meneer is nog wakker en een beetje aangeschoten. Zijn vriendenweekend is een succes. Maar, zo zegt hij, hij wil nog niet naar bed. Niet voordat hij me nog even heeft gezegd dat hij zo veel van me houdt. Zo blij is. Zo trots, op mij is.

Zo verliefd.


Met dank aan Maria de Greef en mijn Meneer weet ik in één bijzondere avond,


“Er bestaat winst naast verlies.” 



En het állercoolste??!


Van de week heb ik met haar mogen praten en vragen. Voor mijn boek en voor mezelf. Blijkt zíj gewoon heel aardig en ík gewoon een mens. We hebben dezelfde missie: 


"Niemand zou, in de liefde mét rouw, zich eenzaam en onbegrepen moeten voelen.' 

Comentários


bottom of page