top of page

Net-Niks


Wij leven onder een steen. Dat zeggen ze. De kinderen.


Ik kijk om me heen en moet toegeven dat er aardig wat stenen in dit pand zijn gaan zitten. Bij momenten heeft het ook als een steen op mijn maag gelegen. Maar om dan te zeggen dat we onder een steen leven…. Ik begrijp ze niet. De kinderen. Uiteraard.


We leven onder een steen omdat ik al jaren weerstand bied tegen Netniks. Komen ze bij me. Gebroederlijk getweeën. Of ik het wil heroverwegen? Echt hè! Hun tekst. Niet de mijne.


Een jaar geleden stond ik op het punt om dat te doen. Heroverwegen. Mooi woord hoor. Totdat de omgangsgeregelde tiener, die hier toen nog in huis woonde en sinds een half jaar wel zo’n account bezat, kwam vragen of er ook een illegaal downloadprogramma op de laptop mocht. Die had namelijk op Netniks alles al wel gezien.


Paniek. Blinde paniek in mijn hoofd. Beelddenker ziet het letterlijk voor zich. Beeldschermverslaving, ernstig overgewicht, apathisch liggend de dag door en met een nachtkastje vol survival-pauzekoeken recht op de kinderdiabetes afstevenen. Ik zei al. Paniek.


Mijn doemvisioen pleur ik in weinig, niet, genuanceerde bewoordingen in de schoot van mijn kinderen. Painting the picture with words. Mamma heeft ook een talent. Zij komen daar niet van onder de indruk. Zij weten al langer dat je meer vliegen vangt met honing dan met azijn en helemaal als mamma ze even ziet vliegen.


“Maar mam, oma heeft ook Netniks” vervolgt de Firma Onverstoorbaar. Ja, waarom verbaasd me dat nou niet? Oma is de reden dat we allemaal erfelijk Iphone-belast zijn en kon al appen voordat ik wist dat het bestond. Feit. Maar als argument in deze kwestie weinig overtuigend. “Maar mam”, klinkt het nog steeds uiterst redelijk,” jij voedt ons toch op?” “Dan weet je toch dat het goed gaat?” Oei….die is goed. Daar hebben ze me bij de b…. als ik een ventje was. Ze weten heel goed dat de bewuste-beeldschermopvoeding een stokpaardje van mij is. Een preoccupatie bijna.


Dat we daarom een tijdklok op de wifi hebben. Dat ze daarom niet mogen deelnemen aan een gesprek van achter een schermpje. Dat ze daarom meteen aan tafel moeten komen als ik de met-zorg-en-liefde maaltijd heb klaarstaan. Dat ze daarom het schermpje moeten wegleggen als er iemand vers uit werk of school thuis komt. Vragen hoe de dag geweest is. En luisteren naar het antwoord. Die laatste raakt nauw aan nog zo’n stokpaard: onverdeelde aandacht. Een schaarste-goed dat ons meer problemen gaat opleveren dan het tekort aan fossiele brandstoffen.


Maar goed. Eerlijk is eerlijk. Ze doen het wel. En hoewel Zoon een tijdje op de nominatielijst van cave-man-gamer heeft gestaan heeft die inmiddels zijn pc al tijden niet meer aangeraakt. Die is bijna permanent buiten. Chillen met andere cave-men. Of hij draait muziek. Van Josylvio, Boef en Je Broertje. ( ik krijg me toch op mijn lazer straks ) Hij vertelt me over een Kindje van de Duivel en de commotie daarover die hij dan ook wel weer begrijpt. Dat is knap want we zijn zelf niet gelovig. In die zin.


Ondertussen wou ik dat hij zijn biologie-toets net ze makkelijk uit zijn hoofd leerde als de razendsnelle teksten van onverstaanbare rappers die hij in no-time mee blijkt te kunnen zingen. Hij laat het me heel lief horen, al die mooie zinsneden waar hij van onder de indruk is. Maar zonder zijn vertaling zijn mijn fourtyfour-ears niet in staat om de woorden te onderscheiden. Dochter heeft het beeldscherm-gen nooit gehad, die moest gewoon lijden onder de rest. Ik dwaal af. Zij niet. Next:


“En we zijn ook niks te zwaar mam.” Klopt ook. Die ene wordt me zelfs iets te doorzichtig naar mijn smaak. Kennelijk kijk ik al iets toegankelijker want de etterbakjes zetten onverminderd door. “Ja mam, en je kunt per maand opzeggen dus als je vindt dat het niet goed gaat kun je er ook zo weer vanaf.” Ja ja. Die ken ik. Zo zijn we aan ons neurotische aanloop-zwerfhondje gekomen. “We kunnen het best proberen. Ze kan altijd nog naar het asiel mam.” Nooit gebeurt natuurlijk. Dat dier hoorde al bij ons toen ik nog tegen beter weten in tegenargumenten liep te verzinnen. Geen stamboom. Ook een Net-niks. Overigens geen spijt van gekregen.

Dat dan ook weer niet.


De genadeklap komt als ze vervolgens omstandig uitleggen dat we bijna met vakantie gaan en er een volwassen gesprekspartner ontbreekt, het daarom voor mij toch ook fijn zou zijn als ik even iets kan kijken? Als zij op bed liggen. Of als het regent. Hoef je geen dvd’s te kopen. Scheelt ruimte in je koffer.


Pubers: Netniks voor je principes.


Alle argumenten zijn wat mij betreft weerlegbaar. Toch zeg ik ja. Omdat zij zelf het sterkste argument zijn. Dat ze hun verhaal voorbereiden. Geen gevecht maar een gesprek voeren. Financiële en emotionele argumenten aandragen. Ze komen bij mij en denken, verwachten dat ik tot heroverwegen in staat ben. Dat vind ik mooi. Zij maken mij groter dan ik zelf soms denk dat ik ben. En ik vind mezelf leuk als heroverweger.


Een kwaliteit waarvan ik wil dat zij die zich ook eigen maken. Dat ze zien dat opvoeding een principieel en vloeibaar begrip tegelijk is. Afhankelijk van leeftijd, ontwikkeling en omstandigheden. Die van hun en die van mij.


Opvoeding? Het leven! Leren dat je niet meteen mee hoeft met een groep, een hype, een idee. Leren zelf te beslissen wat je wilt doen, wilt laten of later alsnog wilt doen. En dat moet ik voor doen. Dus ‘Ja’.


Maar die scooter kunnen ze vergeten!

Denk ik.


Hallo Leven


Blijft een mooi woord


Heroverwegen.

コメント


bottom of page