top of page

Wat een auto met een lolly te maken heeft?

Ik heb een geest verruimende auto. Serieus. Elke keer wanneer ik dat ding uitmest voelt het ruim en licht in mijn hoofd. Overigens heb ik ook zo’n handtas. Die voelt zelfs letterlijk lichter als ik hem even lekker heb ontruimd.


Mijn auto heeft verdacht veel weg van een handtas. Maar ook van het leven. Langzaam maar zeker verzameld zich allerlei shit. Ik sta er ietwat beteuterd bij en kijk er naar.


Papiertjes, parkeerkaartjes, zakdoekjes, snoeppapiertjes, een tas kleding die naar Het Goed moet, een schroevendraaier, een half gegeten stukje chocolade, verloren dropjes, in de achterbak een lege doos die om de één of andere reden bewaard moest blijven en een verdwaald paar schoenen van het vriendje van Zoon. Geen idee hoe het er allemaal komt of hoe lang het er ligt. Ik hoop alleen dat Vriendje die schoenen nog past. Anders is het wel heel zonde.


En dan het dashboard. Met heel handige vakjes en bakjes. Waar je nooit meer inkijkt. Lege pen, lege aansteker, het vermogen van 1,85 euro, kapot koplampje, verlept ramenzeempje, nog meer verloren dropjes, pakje zakdoekjes uit 2007, leeg doosje Fishermans Friend. Die laatste is best handig. Zo’n auto kan namelijk prima dienst doen als uithuil-unit en dan zeg je thuis gewoon...sterk spul hè? Heel soms zit ik zelfs even ongegeneerd te schreeuwen in die kar. Heeft niemand last van. Lucht enorm op. Je wordt er alleen heel schor van. Kan ook heel sexy zijn.


Anyhow. Eens in de zoveel tijd wordt de ergernis me te groot en neem ik mijn race-auto onder handen. Alles gaat er uit. Het meeste weggegooid. Korte pijn. Weg ermee. Bij de wasstraat kies ik het showroom programma en de jongen die mijn bumper schoon spuit krijgt een fooitje.


Ik krijg al lang geen lolly meer. Vroeger wel. Toen ik bij mijn moeder op de achterbank zat en zo’n jongen heel goed inschatte dat ik nu nog wel lachte maar straks niet meer. Bij voorbaat troost.


Want de wasstraat is eng. Donker, geen zicht, water en zeep komt van alle kanten op je af en vroeger had je ook nog zo’n nare droogbalk die steeds dichter op de voorruit afkwam maar er net niet doorheen.


Zelfs toen ik inmiddels zelf achter het stuur zat bleef dat een spannend knijp-je-billen-heel-hard-samen moment. Nu hebben we een nieuwe wasstraat. Zonder balk. Zonder lolly. Toch jammer.


Ik stofzuig en ik boen. Echt heel hard nodig. Als rechtgeaarde koffie verslaafde zul je me zelden zonder een bakkie in de auto zien stappen. Echt, ik kan zó in een Starbucks commercial. Mogen ze me uitbetalen in dekseltjes. Want die heb ik niet. Wél woon ik in een wijk met dertig drempels. En ja. Dat klotst.


Tot diepe treurnis van de kinderen valt de kleur niet weg te poetsen. Oerlelijk vinden ze hem. Maar wel lief bedanken als ze weer door het Gele Gevaar zijn weggebracht. En zwaaien.


Ik zei het toch. Net het leven. Af en toe moet je je even van alle shit ontdoen, de poetsdoek er doorheen, oud vuil verwijderen. Glimmen, glanzen, stralen. Dezelfde auto, dezelfde jij. Maar je kunt zó de showroom van het leven weer in. En denk er om. Mopperen mag. Bang zijn mag. Maar wel blijven zwaaien. Of neem een lolly.


Hallo Leven.


Trek je schone kleren aan.


We gaan.


Een stukje zwaaien.

Kommentare


bottom of page